Beleggen in Goud
Goud is met zilver een van ’s werelds oudste betaalmiddelen. Al meer dan 6000 jaar wordt het gedolven. De eerste gouden munten werden in circa 550 voor het begin van onze jaartelling geslagen in Lydia, in het tegenwoordige Turkije.
Voordelen beleggen in goud
Voorstanders van beleggen in goud stellen dat goud door de eeuwen heen al een universele aantrekkingskracht heeft. Diezelfde voorstanders wijzen er bovendien op dat de totale hoeveelheid goud in de wereld beperkt is. Niet groter dan een kubus van twintig meter hoog, breed en diep (hoewel er ook berekeningen zijn die uitkomen op een kubus van circa 40-50 meter).
Als belegging wordt goud vaak ingezet als beschermingsmiddel tegen inflatie. Ook in tijden van crisis grijpen beleggers nogal eens naar goud. Goud is dus vaak een baken in - financieel - onzekere tijden.
Bovendien zeggen voorstanders dat door de ontwikkeling van economieën als India en China de vraag naar goud alleen maar toeneemt, vooral onder consumenten.
Goud kan bovendien goed worden bewaard en getransporteerd. Zo roest bijvoorbeeld goud niet.
Nadelen beleggen in goud
Anders dan onder meer aandelen of obligaties, die vaak een opbrengst hebben in de vorm van respectievelijk een winstuitkering (dividend) of rente-uitkering (coupon), brengt goud an sich niets op. Eventuele winst kan dus alleen worden gegenereerd uit de stijging van de goudprijs.
Verder zijn de commerciële toepassingen van goud relatief beperkt. Het wordt onder meer gebruikt als coating voor satellieten, omdat goud ultraviolette straling goed reflecteert.
Verder heeft goud geen intrinsieke waarde. Stel dat morgen een gigantische goudader wordt ontdekt in Australië, dan staat de wereldmarkt van goud op zijn kop.
Beleggen in goud kent ook valutarisico. De goudprijs noteert namelijk in Amerikaanse dollars.
Daarnaast komen malversaties met de kwaliteit van fysiek goud voor. Aanbieders van goud in fysieke vorm staan niet onder toezicht (beleggingsfondsen in goud staan overigens wel onder toezicht).
Handelstijden
Goud wordt dagelijks wereldwijd verhandeld, vooral op beurzen in New York en Londen. De goudkoers komt tot stand door de papieren handel in futures (een soort opties) op goud en niet door daadwerkelijke fysieke transacties van goudbaren. Elke future op goud heeft een contract grootte van 100 troy ounce (3,11 kilo). Door het nemen van een long positie op een goud future, gokt men op een stijging van de goudprijs. Indien men verwacht dat de goudprijs zal dalen, kan men met een future 'short gaan' en feitelijk al goud verkopen dat men nog niet in bezit heeft. In beide gevallen kan men overigens veel meer verliezen dan er als ‘margin’ (een geldbedrag in verband met het risico op verlies) op de goudfuture (als dekking) moet worden aangehouden. Het speculeren met futures op de goudprijs is daarmee vooral voorbehouden aan de professionele belegger.